De Buru-tetralogie van Pramoedya Ananta Toer

Toen ik naar de middelbare school ging en nog heel veel moest leren, ook al dacht ik als puber de wijsheid al in pacht te hebben op basis van enkele lukraak gelezen inzichten, wist ik nog niet hoe weinig ik wist en dat mijn kennis ten opzichte van alles wat nog geleerd kon worden steeds kleiner werd door het voortschrijdende inzicht dat het opdoen van kennis leidt tot nog meer vragen. Ik dacht bijvoorbeeld dat wij Nederlanders – of moet ik zeggen zij Nederlanders, want mijn eigen positie hierin is niet duidelijk omdat ik door mijn afkomst ook van de andere kant ben – het best goed hebben gedaan in Nederlands-Indië. Dit ontkennen is ook niet goed mogelijk want wij (of zij maar ik hou hier nu maar over op) hebben toch maar een goede infrastructuur aangelegd en het volk enige welvaart en zelflerend vermogen bijgebracht en misschien ook een geringe mate van welzijn om het maar van de positieve kant te bezien. Maar al deze goede zaken verrichtten wij er niet omdat wij het zo goed voor hadden met de inlanders, dat we uit filantropie een volk aan de andere kant van de wereld gunden om te stijgen op de welvaartsladder. 

Het was puur eigenbelang. 

Avonturierschap en handelsgeest stuwde ons over de oceanen en bracht ons op kusten waarachter zich een schat aan specerijen en grondstoffen bevond die wij er zonder enige gêne weghaalden om te verhandelen en er rijk, heel erg rijk van te worden. Al die wegen en spoorlijnen die wij er aanlegden waren in de eerste plaats bedoeld om het transport van al deze waardevolle spullen van de ondernemingen, plantages en mijnen het land uit te voeren. Omdat alles voortdurend in beweging is, dus ook hoe we terugkijken naar het verleden, ben ik langzaamaan anders gaan kijken naar al het moois dat wij in de kolonie hebben verricht. 

Het was mooi vooral voor ons. 

Aan zo’n relativerende blik dragen de boeken van Pramoedya Ananda Toer, die met zijn romancyclus de Buru-tetralogie naar de koloniale samenleving kijkt met de ogen van de inlander, enorm bij. Dat waarover Multatuli al begon te vertellen, namelijk over de ongelijke verhoudingen binnen de kolonie, las ik nu beschreven door een Javaan, vormgegeven in een mooi verhaal, althans de eerste twee delen, waarin het huwelijk tussen Minke en Annelies een hoofdrol speelt om de rechtsongelijkheid en de standenmaatschappij te illustreren, want aan de tweede helft van deze tetralogie moet ik nog beginnen. Ik lees over ongelijkheid en discriminatie, zaken waarvan ik natuurlijk allang op de hoogte was, maar die nu pas goed duidelijk worden. Het is als het verschil tussen horen en luisteren, kijken en zien, weten en beseffen. 

Dat is de grote kracht van de boeken van Pramoedya Ananta Toer.