Roedjak manis

Uit mijn geheugen popt een gebeurtenis op uit de vierde klas van de lagere school. Ik zat toen in de klas bij juf Sorel aan de Pieter Langedijkstraat in de Haagse Moerwijk. Mijn juf was een Hollandse jongedame met donkerblond golvend haar. In de belendende klas gaf juf Claus les, een stevige Indische vrouw met een aanstekelijke lach. Juf Sorel en juf Claus konden het goed met elkaar vinden. Daar had ik toen geen weet van, maar dat ontdekte ik door de roedjak.

Ik was als enige leerling in de middagpauze aan het overblijven. Achter mijn lessenaartje zat ik braaf te tekenen, te lezen of op een andere manier de tijd te verdrijven. Juf Sorel was aan het rommelen in het lokaal. Haar bezigheden onderbrak zij regelmatig  om met veel genoegen iets uit een bakje te eten. 

Kennelijk zat ik een moment in gepeins verzonken en stond mijn mond open. De juf zag dat en kon de verleiding niet onderdrukken. Ineens stond zij naast mijn tafeltje en stopte een beetje van de lekkernij in mijn mond. 

“Proef maar, dit is lekker. Het heet roedjak.”

Lekker was het zeker! Ik proefde zoetigheid, scherpte en een geheimzinnig bestanddeel dat terugredenerend trassi geweest moest zijn. Juf Claus had deze toverachtige lekkernij gemaakt en een extra portie meegenomen voor haar Hollandse collega op school. 

Nu, ruim een halve eeuw later heb ik het voor het eerst zelf bereid en weer vind ik het heerlijk. Het geheim van het recept is de mango in de fruitmix en het bruine suikersausje. Dat sausje smaakt hemels door de gula java en de trassi! 

Onderstaand recept komt uit het kookboek van goede vrienden van ons, die net als de twee juffen een mooi verbond van Hollands en Indisch vormden. Zij droegen goede smaak en kwaliteit hoog in het vaandel. De gedachte dat zij in het hiernamaals de kunst van het genieten nog steeds beoefenen, is van een zoetheid die wedijvert met de smaak van roedjak manis.

Zia – The Artisanals

Zia, het tweede album van The Artisanals, ontregelde na de eerste keer beluisteren mijn verwachtingspatroon. De muziek klonk ingetogener dan op hun debuutalbum waar het enthousiasme van afdroop. Wat was er aan de hand? Een koerswijziging misschien of herinnerde ik mij de muziek niet meer zo goed? Dat debuutalbum dateerde alweer uit 2018, de indruk ervan zou vervaagd kunnen zijn. 

Beide albums draaide ik daarom achter elkaar. En zie: na die tweede draaibeurt van Zia begon er iets van enthousiasme te ontstaan. De geweldige popsound viel op, net als de kracht van de composities die de standaards overstegen. Mijn herinnering had mij dus in de steek gelaten. Of het moest zo zijn dat Zia de muziek van het debuutalbum in een ander daglicht stelde. 

De twee albums vormen een consistent geheel met dezelfde kenmerken. Uiteraard zijn dat  de geweldige stem van Johnny Delaware en de elektrische gitaar van Clay Houle. Maar ook horen de gevarieerde composities, het surplus aan gitaren en de hier en daar opduikende falsetkoortjes daarbij. Natuurlijk ook die andere musici. De band lijkt niet echt een vaste samenstelling te hebben. Johnny Delaware draait zijn hand er niet voor om te putten uit de bron die hij kent uit zijn periode bij SUSTO.

De muziek aarzelt tussen americana en pop met een lichte neiging naar het laatste. Misschien hunkert de band met hun volle sound naar waardering van een groot publiek. Toch zijn de liedjes meer dan alleen maar gemakkelijke popsongs. Heading Somewhere bijvoorbeeld ontwikkelt zich tot een fascinerende compositie. Zo ook het daaropvolgende Always Taken Care Of, met een voorafje van bonkende drums en een hoofdgerecht gelardeerd met pedal steel en ronkende gitaar.

Zia is een fijn album geworden met enkele goed in het gehoor liggende opzwepende songs zoals de eerder genoemde nummers en het rampestampende Violet Light.