Jesús Manzano, reiniger van het Tourpodium

Je hoort wel eens een somber mens beweren dat je na afloop van de Ronde van Frankrijk nooit weet wie er heeft gewonnen. Ik heb dat eens gecheckt en geconcludeerd dat die bewering overdreven is. Het lijstje winnaars van wie de overwinning is afgepakt telt slechts drie namen: Armstrong, Landis en Contador. Riis hoort er eigenlijk ook bij, maar hij bezat een vooruitziende blik en was met bloeddoping een early adopter; zijn case verjaarde. Contador hoort er dan weer niet op als je zijn hilarisch verhaal over het eten van een besmette entrecote van een Baskische slager gelooft. Dan gaat het alleen nog maar om Armstrong en Landis. Van dat duo is Armstrong is met zijn zeven overwinningen op rij (1999-2005) de grootste maar ook vuigste kampioen. Die unieke serie is hem dan ook afgenomen. Dat kan hij gerust klokkenluider Jesús Manzano verwijten. 

Manzano was een wielrenner bij Kelme, een Spaanse wielerploeg die een ware dopingwerkplaats bleek te zijn. Manzano was ook degene die door doping mijn eigen klassement in een wielerspelletje verpestte. Dat gebeurde in de zevende etappe van de Tour van 2003. Ik zat mij te verkneukelen toen ik mijn troef Manzano in het begin van die etappe aan de voet van de beklimming van de Col de Portes er met Virenque vandoor zag gaan. Niemand anders had Manzano in zijn Tourploeg opgenomen. Maar ik had opgelet en opgemerkt dat hij op 19 juni van dat jaar solo de vierde etappe van de Ronde van Catalonië won. Ik wist dat dit een gouden tip was waarmee je spelletjes kunt winnen en noteerde zijn naam. Maar mijn genot duurde kort. Als bij toverslag zakte Manzano’s tempo in, hij begon op de klim te zwalken en viel tenslotte flauw in de berm. Het voor hem onbekende middel dat hij die morgen toegediend had gekregen, kende een verkeerde uitwerking. Het droogde hem uit. In kritieke toestand werd hij per helikopter vervoerd naar het ziekenhuis. 

Manzano raakte daarna in onmin met zijn ploeg over de gedwongen injecties met onbekende middelen, het was niet eens door epo verrijkt bloed en al helemaal niet zijn eigen. Toen hij later in het seizoen tijdens de Vuelta met een vrouw in bed werd betrapt, was dat voor Kelme een welkome aanleiding om hem te ontslaan. Manzano’s frustratie groeide als een courgette in een volkstuintje en ziek van het milieu klapte hij over de dopingpraktijken uit de school. Een enkele andere renner volgde aarzelend zijn voorbeeld en daarna nog meer. Het balletje begon te rollen. De verborgen epo-praktijken werden gestaag uit de doeken gedaan. 

De bekentenis van Manzano werd door de wielrenners niet in dank afgenomen, hij doorbrak immers de omerta. Een klokkenluider maakt zich nooit populair. Mijn frustratie over mijn geflopte tour was inmiddels veranderd in een milde mentale pijn die langzaamaan plaats maakte voor respect voor de klokkenluider Jesús Manzano.

Nooit meer werd een Tourwinnaar zijn zege ontnomen.

De Buru-tetralogie van Pramoedya Ananta Toer

Toen ik naar de middelbare school ging en nog heel veel moest leren, ook al dacht ik als puber de wijsheid al in pacht te hebben op basis van enkele lukraak gelezen inzichten, wist ik nog niet hoe weinig ik wist en dat mijn kennis ten opzichte van alles wat nog geleerd kon worden steeds kleiner werd door het voortschrijdende inzicht dat het opdoen van kennis leidt tot nog meer vragen. Ik dacht bijvoorbeeld dat wij Nederlanders – of moet ik zeggen zij Nederlanders, want mijn eigen positie hierin is niet duidelijk omdat ik door mijn afkomst ook van de andere kant ben – het best goed hebben gedaan in Nederlands-Indië. Dit ontkennen is ook niet goed mogelijk want wij (of zij maar ik hou hier nu maar over op) hebben toch maar een goede infrastructuur aangelegd en het volk enige welvaart en zelflerend vermogen bijgebracht en misschien ook een geringe mate van welzijn om het maar van de positieve kant te bezien. Maar al deze goede zaken verrichtten wij er niet omdat wij het zo goed voor hadden met de inlanders, dat we uit filantropie een volk aan de andere kant van de wereld gunden om te stijgen op de welvaartsladder. 

Het was puur eigenbelang. 

Avonturierschap en handelsgeest stuwde ons over de oceanen en bracht ons op kusten waarachter zich een schat aan specerijen en grondstoffen bevond die wij er zonder enige gêne weghaalden om te verhandelen en er rijk, heel erg rijk van te worden. Al die wegen en spoorlijnen die wij er aanlegden waren in de eerste plaats bedoeld om het transport van al deze waardevolle spullen van de ondernemingen, plantages en mijnen het land uit te voeren. Omdat alles voortdurend in beweging is, dus ook hoe we terugkijken naar het verleden, ben ik langzaamaan anders gaan kijken naar al het moois dat wij in de kolonie hebben verricht. 

Het was mooi vooral voor ons. 

Aan zo’n relativerende blik dragen de boeken van Pramoedya Ananda Toer, die met zijn romancyclus de Buru-tetralogie naar de koloniale samenleving kijkt met de ogen van de inlander, enorm bij. Dat waarover Multatuli al begon te vertellen, namelijk over de ongelijke verhoudingen binnen de kolonie, las ik nu beschreven door een Javaan, vormgegeven in een mooi verhaal, althans de eerste twee delen, waarin het huwelijk tussen Minke en Annelies een hoofdrol speelt om de rechtsongelijkheid en de standenmaatschappij te illustreren, want aan de tweede helft van deze tetralogie moet ik nog beginnen. Ik lees over ongelijkheid en discriminatie, zaken waarvan ik natuurlijk allang op de hoogte was, maar die nu pas goed duidelijk worden. Het is als het verschil tussen horen en luisteren, kijken en zien, weten en beseffen. 

Dat is de grote kracht van de boeken van Pramoedya Ananta Toer.