Achter de naam Oliver Oat schuilt de Rotterdamse muzikant en producer Joost de Jong. Zijn dit jaar uitgekomen debuutalbum Juniper Resin heeft hij in nauwe samenwerking geproduceerd en gemixt met Floyd Atema, die hij nog kent van de band Herrek. Dat heeft gewerkt!
Het album Juniper Resin had ik al enige maanden in huis. Het maakte bij de eerste draaibeurt meteen een goede indruk. Dat was op zich verrassend, want op het album wordt veel gebruik gemaakt van de synthesizer, een instrument waarmee ik een moeizame verhouding heb. Maar daarnaast is er ook een scala aan gitaren te horen. Ze bieden een uitgekiend tegengeluid en brengen de muziek mooi in balans. Deze rijke instrumentatie zorgt voor een prachtige presentatie van de twaalf bijzonder harmonische composities. Het geluid klinkt bovendien geweldig mooi. De kristalheldere geluidsweergave geeft nog eens extra glans aan de liedjes. Ik vermoed dat Tammo Kersbergen, die verantwoordelijk was voor het masteren, hierin een belangrijke rol heeft gespeeld. Maar het zwoegen van De Jong en Atema met de songs had natuurlijk al een ferme basis opgeleverd. Acht jaar lang heeft De Jong erover gedaan om twaalf compleet verschillende nummers tot een geheel te maken.
Mooie passages ontstaan zodra de keyboards klinken als een kerkorgel en er een suggestie van gewijde muziek met een flirt naar klassieke composities ontstaat. Op zulke momenten wordt het debuutalbum van Ars Nova bij mij opgeroepen, dat is een van de eerste elpees uit de zestiger jaren die de luisteraar op het verkeerde been zetten. Want wat die Amerikaanse jongens deden was toen ongekend. Met hun muziek en het citeren uit de late Middeleeuwen (Guillaume de Machaut) wisten zij een sfeer van ernst en poëzie te scheppen. Dat gebeurt nu ook bij Juniper Resin, dat rijk klinkt door prachtige melodieën maar tevens somber is van toon. De Jong heeft in die jaren dat hij aan het album schaafde dan ook het een en ander moeten doorstaan. Verschrikkelijke gebeurtenissen, zoals de zelfgekozen dood van zijn vader, maar ook mooie momenten, waaronder de hereniging met zijn partner en de geboorte van zijn zoon.
Het toeval wilde dat ik een keer het album per ongeluk startte bij Open, het negende nummer. Ik raad het iedereen aan. Je hoort dat gewijde orgel, de op de loer liggende bombast met hemels gezang en de bijna naadloze overgang naar het crematorium: het titelnummer begint met flamencoklanken verspreid vanaf een ukelele en met gierende gitaren die abrupt afremmen. Is dit bombasitsch vraag ik mij af om meteen ontkennend het hoofd te schudden. Nee, deze hyperactieve klanken zijn noodzakelijk om een sfeer van waanzin te creëren. Deze muziek zit waaratje goed in elkaar! Het nummer eindigt als een kaars die uitdooft in zijn laatste vet, waarna Yes het commando overneemt en de vaart in de muziek terugbrengt. Een mooi en speels nummer, inclusief foppauze, krijg je dan te horen. Het album eindigt met de bossa nova-klanken van Lies, een nummer dat eerder geruststelt dan bang maakt.
Juniper Resin van Oliver Oat is een verrassend mooi album dat zowel een demonische sfeer oproept als een glimp van het paradijs geeft.