Aan de Haagse Prinsegracht staat het Huis Dedel prachtig gerenoveerd te pronken tussen twee buren die vele eeuwen jonger zijn. Een lelijk gebouw aan de linkerkant is plaatsvervangende nieuwbouw voor een gespiegeld herenhuis dat ooit in de fik was gevlogen. Aan de rechterzijde staat qua bovenaanzicht een druppelvormig appartementencomplex dat is kunnen ontstaan door een in het begin van de twintigste eeuw uitgevoerde stadsdoorbraak, die een historische gevelrij aan de Prinsegracht heeft gesloopt. Deze gruwelijke daad was nodig om het drukke verkeer vanaf de Prinsegracht te kunnen verbinden met de Laan van Meerdervoort. Ook het zonder plan of visie opgezette Zeeheldenkwartier heeft daar honderden woningen aan moeten opofferen! Dat drukker wordende verkeer was al de oorzaak van het dempen van diezelfde Prinsegracht. De A-locatie van Huis Dedel toendertijd, aan de rand van het historische centrum, met zicht op de Grote Kerk, werd aldus gedowngraded tot een fletse plek langs autowegen. Maar na de schitterende renovatie van het vele verhalen bergende pand werd het huis toch nog de vlag op de modderschuit.
Die renovatie betreft alleen nog maar de buitenkant, vertelt Frank, de vrijwilliger van dienst die een rondleiding verzorgde. Frank vertelde vurig, maakte uitstapjes in woord en beweging (naar andere vertrekken) en wist zoveel te vertellen dat ik opgelucht was dat er vanuit de nieuwsgierige groep toch nog vragen waren waarop hij geen antwoord wist. Frank is ook maar een mens gebleken en geen wandelende wiki. Hij wist al zo veel te vertellen, over het huis, over de voormalige bewoners en over de affiches die er hangen. Toen hij voor het eerst in het museum kwam werd hij door de geuren en diverse attributen meteen verliefd op het huis. Hier wilde hij vrijwilliger zijn vertelde hij! In dit pand wilde hij aan het einde van de werkdag met liefde alle raamluiken sluiten.
Het huis van de familie Dedel, een vooraanstaande burgemeestersdynastie, dateert uit 1642. Meerdere generaties hebben er gewoond en toen de laatste Dedel het huis betrok wilde deze er flink mee pronken. Hij was immers burgemeester van Den Haag en die status moest worden getoond. Er stroomde al een fraaie gracht voor de gevel en de ligging aan de rand van het historische centrum vroeg er om. De familie beschikte over veel geld, dus er was veel mogelijk. Deze Jan Hudde Dedel liet het huis aanpassen, waardoor het huis werd verrijkt met onder andere het imposant gestucte trappenhuis, dat in de eerste plaats een ode aan zijn overleden vrouw was maar waarin ook de familiestamboom te ontdekken valt. Er kwamen tevens vele plafondschilderingen, vanaf het palet van Jacob de Wit.
In 1798 werd het huis geveild; het kwam in handen van diverse opeenvolgende bewoners. Niet iedereen had oog voor de weelderige versieringen. Ze werden langzaamaan ontmanteld. In 1880 bijvoorbeeld kwamen de plafondschilderingen in het bezit van de bankiersfamilie Rothschild.
In 1908 werd Van Stockum’s Antiquariaat de nieuwe bewoner. Vanaf dat moment werd het pand verwaarloost. Maar al te dramatisch was dat niet, want dat had tot voordeel dat er nu nog veel originele elementen te vinden zijn. Zoals het unieke papierbehang, dat op een gegeven moment in zwang kwam in plaats van het dure leren behang. Op dat behang is nu nog steeds het streeppatroon van de boekenplanken van het veilinghuis zichtbaar. Ik zou ervan afblijven. Ze vormen een mooi decor voor de geëxposeerde affiches, want dit Huis Dedel is in de eerste plaats Design Museum en in die hoedanigheid min of meer een voortzetting van het Affichemuseum Hoorn.
Het huis heeft de geur van verstreken tijd bewaard. In de keuken in het souterrain, waar wij werden ontvangen, is het aangenaam toeven. Daar staat dan ook een batterij aan Aga fornuizen hun warmte uit te stralen. Ooit zal er in het huis in de grote zaal diners georganiseerd worden.
Op zolder was het fris, er stond een raam open. Dat zal Frank aan het eind van de dag, op zijn rondje door het hele huis, als hij toch al alle luiken sluit, ongetwijfeld ook hebben dicht gedaan.