Swinder is een vijfmansband uit Groningen. Ze maken indie en/of pop en/of folkrockmuziek en zingen in het Gronings de liedjes die zanger-gitarist Bas Schröder schrijft. Met de singel Noar stad (2013) scoorden ze meteen al raak. In 2015 verscheen het goed ontvangen titelloze debuutalbum. Veel lof oogsten ze, voornamelijk in de regio, en wilden meer. Maar er sloop ook iets van een writers block in de band.
Drie jaar later pikken ze de draad weer op en duiken de studio’s in, met bijgestelde ambities en de dankbare hulp van Tim Knol. Nu lijkt de groep nationale erkenning niet nadrukkelijk na te streven en hun energie meer te richten op de inhoud van de liedjes. Het resultaat is Nosk, een gevarieerd pop- en luisteralbum met prachtige arrangementen. Ik ben er van gaan houden.
De vergelijking met Skik, uit Drenthe, ligt voor de hand. Beide bands zingen in streektaal, beheersen verschillende stijlen en brengen liedjes met een verhaal. Ook een overeenkomst is dat bij Swinder de belangrijkste rol lijkt te liggen bij de zanger-gitarist, in dit geval Bas Schröder, die de liedjes schrijft, zoals Daniel Lohues dat deed bij Skik. Ten slotte kenmerken beide bands het ontbreken van randstadstress; de liedjes bezitten een soms levendige, vrolijke noot. Het wijst ons Randstedelingen weer eens op onze waanzinnig houding: de blik op de wereld gericht, maar blind voor wat zich nabij afspeelt. De schoonheid zit ‘m in de kleine dingen dicht in de buurt.
Liedjes in streektaal is altijd wel een dingetje. De charme van de lokale klankleur moet zwaar tegenwicht kunnen bieden aan de vaak moeilijke verstaanbaarheid. Maar als je net doet of het een vreemde taal is, krijg je het alibi om alleen maar naar de muziek te luisteren. Het helpt ook als de woorden, zoals op het openingsnummer Elke dag tot de naacht op Frans lijken, een taal die ik toch al moeizaam kan verstaan. Het is een lekker poppy nummer trouwens net als het daarop volgende Nijlaand dat wel wat meer tempo heeft en het dna bezit van Snow Patrol. Op Tot de mörgen, het nummer daarna, is het of we Daniël Lohues horen, maar nu hou ik op met het maken van vergelijkingen. De liedjes doen het allemaal op eigen kracht en de vergelijkingen komen altijd neer op kwaliteit.
Wat je er bij enkele liedjes mooi bij krijgt zijn de blazers en strijkers, met arrangementen van Bas Schröder en Wouter van der Wal. Misschien herken je hierin stiekem ook de hand van alleskunner Tim Knol. Toch ook nog even Oosterpark noemen, een lied over een buurvrouw die elke dag haar eigen ding doet op dezelfde manier, telkens weer. Een portret van de onveranderlijkheid, de eeuwigheid, het stilstaan van de tijd, iets wat je dus ook positief kunt zien. Toch verandert alles om haar heen en de vraag is of dat een verandering ten goede is. Daar geeft Swinder zelf geen antwoord op. Het portretteert hoe het was, maar er is geen sprake van nostalgie. Ze doet waar ze goed in is, het creëren van sfeer en het etaleren van de liefde voor de eigen omgeving. Jongens, blijf maar lekker daar in het hoge noorden. Zo komen jullie het best tot jullie recht en kunnen wij in de Randstad heerlijk genieten van jullie fijne plaatjes.
17 mei 2019 wordt Nosk gepresenteerd in Vera te Groningen.