Foto geleend van @Hetiskoers
Je hoort wel eens zeggen dat het saai is om op de televisie naar wielrennen te kijken. Dat zal ik zelf niet snel beweren. Als je naar een sport kijkt die je niet helemaal begrijpt is het al snel saai, maar waarom kijk je dan? Of ík de wielersport begrijp is een andere kwestie. De sport zelf verrast mij meer dan eens, maar van de vaardigheden van de profwielrenners en hun wielerploegen heb ik wel enig besef. Ik ken mijn bronnen. Waarschijnlijk zie ik dan ook meer dan de doorsnee televisiekijker.
Kijken, dat doe ik bij de zuiderburen. Want voor een wielerwedstrijd moet je eigenlijk bij d’n Bèls zijn. Hun commentaar maakt het verschil. De vaderlijke stemmen van José De Cauwer en Michel Wuyts zijn een baken van rust bij een soms hectisch koersverloop. Deze Vlamingen begrijpen heel goed dat ze de spanning niet moeten verslaan maar duiden. Ze keuvelen er dan rustig op door met altijd ter zake doend commentaar, geven veel faits divers door en vangen elkaar, alsof ze concurrerende minnaars zijn vechtend om een rondemiss, vliegen af. Ze zien en weten alles en zijn terughoudend als het om insinuaties gaat. Ze spreken ook nog eens Vlaams, dat is zoiets als Nederlands met wasverzachter.
Kort geleden zat ik in de auto, op weg naar huis. Als de files niet tegen zaten, zou ik op tijd thuis zijn om de finish van de touretappe te kunnen zien. Maar ik was nog niet thuis en wilde alvast op de hoogte worden gesteld van het koersverloop. Ik schakelde de radio in op NPO Radio 1 de nieuws- en sportzender. Het kon nu eenmaal niet anders.
De tourverslaggeving bij onze publieke omroep is al heel lang hetzelfde, met telkens lichte accentwijzigingen. Een constante factor zijn de jingles, de opgewonden verslaggeving en de Franse liedjes. Natuurlijk ontbreken de vaste kenmerken van de programma’s van de publieke omroep die voor gezelligheid en leukheid moeten zorgen niet: bekende Nederlanders, telefooninterrupties, prijsvraagjes en het voortdurend erbij halen van twitter. En de reclameblokjes natuurlijk. Zo’n programma-invulling vindt de meerderheid van de Nederlandse bevolking leuk, denkt men. Een grote minderheid moet dat alles dan maar verdragen. Maar het ging mij om het koersverloop, dus reed ik me knarstentandend door het programma heen.
Thuis kon ik gelukkig weer de koers op d’n Bèls volgen. Ik vroeg mij af waarom ik dat zoveel prettiger vind. Misschien heeft het met de beeldenstorm te maken, die vooral door Nederland raasde, en de ontstane scheiding tussen katholieken en protestanten. Dat is misschien ook de reden dat wij protestanten onze wielerhelden niet zo eren als de Vlamingen. Want eigenlijk is wielrennen een katholieke sport, met al dat bedrog en gebiecht, waar de katholieke Vlamingen veel meer verstand van hebben.
Afijn, de vertrouwde verslaggevers waren daar weer, alsof ze op mij aan het wachten waren. José De Cauwer en Michel Wuyts weten alles van list en bedrog in het peloton, gelijk de zonde en de biecht van het katholieke geloof. Misschien is dat wel de crux. De Belgen presenteren op katholieke wijze en dat past het best bij de wielersport, die zo katholiek is als het wiel rond.
[23 juli 2016]