Bron: www.movistar.com
Op het podium op de Mont Ventoux zie ik voor het eerst Nairo Quintana duidelijk in beeld gebracht. Zonder helm nu, met een schoon shirtje om zijn bescheiden borstkas en met schoongepoetste ledematen kijkt hij schuchter naar de mensen die weer hun nieuwsgierige blikken op hem richten. Vanaf nu, 14 juli 2013, de nationale feestdag van Frankrijk, is hij beroemd en zien de wielerliefhebbers in hem een toekomstig Tourwinaar. Vele malen zal hij nog op het podium staan en door twee rondemissen worden gezoend op zijn bruine wangen.
Wie is toch dat mannetje dat met gemak en overmoed al zo vroeg demarreert op een flank van de Mont Ventoux en zo het hele peloton het idee geeft dat ze slakken zijn op een stoeptegel?
Zijn mokkabruine huidskleur veroorzaakt bij mij een fonkeling van herkenning. Heb ik hem niet onlangs nog op de Tong Tong Fair gezien, met een gitaar in zijn handen krontjong spelend of vergis ik mij? Daar staat immers een Indo op het podium! Het kan bijna niet anders, die bescheiden jongeman met dat kleine postuur en met de huidskleur van gerepatrieerde Nederlanders. Een Tjalie Robinson op de fiets, met de piekerans van een bergpasbeklimmer. Ook zijn gezicht bevestigt deze gedachte. Onderdanig alsof hij eeuwen lang de gesel van de VOC-mentaliteit heeft moeten ondergaan. Een en al nederigheid.
Straks mag hij in de witte trui gaan fietsen en later misschien de bolletjestrui veroveren. Wat zullen die rode bollen op het witte wielershirt dan prachtig afsteken tegen dat koffiebruine lichaam. Dan zal het lijken alsof een Indo in de tapioca is gevallen en daarna in een teil met rambutan is gaan liggen. Echter Quintana is geen Indo maar een Columbiaan, de berggeit van Cómbita, en met die wetenschap komt een einde aan mijn gemijmer.
Maar toch. De Tour de France duurt nog een week. De renners trekken daarin over de Alpen en dan zullen we Nairo Quintana weer veel in beeld zien als zijn beentjes als een koffiemolentje ronddraaien op bijvoorbeeld L'Alpe d'Huez. Ik zal klaar zitten met een glas stroop susu, wierook gaan branden en nassi kuning koken om Nairo aan te moedigen. En als het even kan na de avondmaaltijd zelf de racefiets van de haak halen en in mijn bolletjestrui de Van Brienenoordbrug gaan beklimmen om mij een Quintana te wanen. Dat is de romantiek van het wielrennen, dat jongentjes als ik zich kunnen identificeren met hun helden.
Selamat jalan Nairo, je bent een van ons!
[15 juli 2013]