Photo: © Shane Goss/licoricegallery.com
Je bent misschien niet goed snik als je op een herfstige zondagmorgen om zes uur je warme bed verlaat om televisie te kijken. Wielerliefhebbers hebben deze derde oktober echter een goede reden, want het wereldkampioenschap op de weg wordt verreden. Wielerliefhebber ben ik nog steeds, ondanks opnieuw serieuze dopinggevallen. Dat knaagt aan de passie voor de sport. Maar de finale van het WK op de weg in Geelong (Australië) wil ik toch echt niet missen.
Het WK is de enige wedstrijd van het seizoen waarin de belangen heel anders komen te liggen. Er wordt gefietst met landenploegen en de wielrenners koersen er zonder 'oortjes'. Dat maakt dit kampioenschap nog boeiender. Op een later tijdstip zal ik wel mijn houding tegenover het wielrennen gaan evalueren. Eerst deze wedstrijd zien.
Ik kijk uit het raam op zoek naar anderen die op dit tijdstip wakker zijn. Alleen in de rechterbovenhoek van een flat in de verte brandt licht. Ook een wielerliefhebber? Of een wanhopige op muggenjacht? Ik voel mij op dit vroege tijdstip alleen staan. Het is nog donker. Binnen brandt de verwarming niet, die rust nog. De CV-ketel denkt natuurlijk: zoek het maar lekker zelf uit.
De Oekraïener Kvachuck rijdt met minuten voorsprong op het peloton. Maar nog voor ik mijn koffie heb gezet is de onbekende Oekraïener weer ingerekend. De renners maken zich op voor de finale waarin de Italianen als slavendrijvers de koers keihard maken.
Dit WK is er een voor sprinters, zeiden ze eerst. Robert Gesink had er niets te zoeken, dacht hij. Daarna hoorde je andere geluiden; het traject was misschien toch selectiever dan gedacht. Maar Johnny Hoogerland werd niet geselecteerd omdat zijn ploeg Vacansoleil voor alle belangrijke westrijden werd gepasseerd. Zo kon de smaakmaker van 2009 zich niet in de kijker rijden rijden. Hij won pas het bergklassement in de ronde van Polen. Wie weet zoiets nou?
Nog voordat ik mijn koffie op heb is het beeld alweer totaal veranderd. Voortdurend wisselen groepjes vooraan het peloton elkaar af. Het WK is een wedstrijd waarbij in de laatste 30 kilometer het wedstrijdbeeld continu verandert. Op de laptop lees ik de voorgeschiedenis van deze wedstrijd terug.
Op de televisie maken de NOS-verslaggevers grapjes. Boven mij zijn de gezinsleden in diepe rust. De cavia ritselt wat in zijn kooi. Mijn voeten worden koud, de koffie is warm. De verslaggevers ratelen maar door. De favorieten voor de titel laten zich in deze fase zien maar vallen ook weer snel weg. In de tuin beginnen de volgeltjes wakker te worden. De laptop verwarmt mijn bovenbenen.
Nog 12 kilometer te gaan. Er valt nu helemaal niets meer te voorspellen. Ik durf geen nieuwe koffie te pakken, zo spannend is het. De Australiërs Davis en Evans zitten er bij, maar “de Australiërs hebben als kippen zonder kop gereden” aldus de NOS-verslaggevers. Gilbert demarreert. Hier gaat het om, dit is het moment. Vraag een willekeurige journalist wie de grote favoriet is voor deze wedstrjid en je krijgt steeds dezelfde naam te horen: Philippe Gilbert, het laatste bindmiddel tussen Walen en Vlamingen.
Ineens heeft de Belgische hoop 18 sec voorsprong. Het is nog 6 km tot aan de finish. De achtervolgende groep verbrokkelt als kruimeltaart. De voorsprongt daalt langzaam: 15, 10, 7 seconden voor Gilbert. Dan volgt toch de hergroepering.
Gaan we sprinten? Nu gaat Terpstra weg. Mooi is dat! Mission impossible, dat wel. Tunnelvisie, maar indrukwekkend om te zien. In de laatste honderd meters wordt ook Terpstra gegrepen. Het wordt toch een sprint. Ik zit op het puntje van de bank. Waar zit Freire? Dit is zijn kans om voor de vierde keer wereldkampioen te worden, maar ik zie hem niet. Wel de rode truitjes van de Denen. Daar is de finish. Pozzato, een andere kandidaat, komt veel te laat op gang en mist net het podium. De Deen Breschel wordt knap tweede, de Australiër Davis derde. Maar het is een Noor die wereldkampioen wordt.
Even later zoomt de camera uit met Melbourne op de achtergrond. Een glunderende Hushovd zie ik nog net op het podium voordat ik de tv uitschakel. Ik ga de eieren koken voor het ontbijt.
[3 oktober 2010]