Als er geen muziek zou zijn had ik nooit de schrijver Howerd Phillips Lovecraft (1890-1937) ontdekt. En als zijn boeken niet meer zouden worden gelezen, dan had nooit de graphic novel Het onzienbare en andere verhalen het licht kunnen zien. Gelukkig blijven door de bewondering van enkelen de griezelverhalen van H.P. Lovecraft nog wel even doorgegeven worden.
De kennismaking met H.P. Lovecraft begon voor mij met de muziek van de band met dezelfde naam. De liedjes van deze Amerikaanse band hoorde ik voor het eerst eind zestiger jaren, in de bloeiperiode van de popmuziek. Op de radio bestond toen het programma Superclean Dreammachine, gepresenteerd door Ad Visser en Ad ‘s Gravenzande. Dat legendarische radioprogramma was voor mij een van de deuren die toegang boden tot de muziek waar ik van hield: westcoast, flower power of in algemene bewoordingen ‘underground’.
Ik herinner mij van een bijzondere aflevering de mysterieuze klanken van The White Ship, dat halverwege uitgefaded werden omdat de uitzendtijd op was. Dat maakte mij extra nieuwsgierig naar deze band die H.P. Lovecraft bleek te heten. Ik verzamelde in die tijd zoveel mogelijk nummers van H.P. Lovecraft en ook andere artiesten op mijn taperecorder, maar van sommige groepen wilde je gewoon de lp in je bezit hebben. H.P. Lovecraft was zo’n band.
In mijn kamertje, dat ik moest delen met twee oudere broers, die gelukkig hun bezigheden voornamelijk buitenshuis uitvoerden, draaide ik altijd muziek. Mijn zusje kwam wel eens buurten en ik liet haar een keer luisteren naar enkele liedjes van H.P. Lovecraft zoals Electrallentando en At the Mountains of Madness. Ze zat op het stapelbed, de beentjes bungelend over de rand en ze liet geduldig de klanken binnenkomen. Het bungelen hield na de eerste meteen op. Ze vond de muziek eng en gelijk had ze. Griezelig is misschien een nog beter woord, maar in elk geval overweldigend. De groep H.P. Lovecraft was en is vrij onbekend maar verdient een serieuze plek in de eregalerij van de underground en westcoastmuziek van de Verenigde Staten.
Ik werd gaandeweg nieuwsgierig naar de verhalen van de schrijver, de naamgever van de band. Mondjesmaat kreeg ik enkele pockets in bezit, daarbij geholpen door het winnen van dé schaaktweekamp die er toe deed in de zeventiger jaren, die tegen vriend en klasgenoot Rob Krassenburg. Prijs: een pocket vol horror, om de spannning van onze slopende schaakpartijen door te kunnen trekken naar het dagelijks leven. Het waren allemaal griezelverhalen waarin de schrijver een eigen universum creëerde. Veel titels herkende ik als liedjes op de elpee’s van H.P. Lovecraft. Daarna was het dertig jaar stil rond Lovecraft.
In 2009 kreeg ik het blad EISNER beeldverhalen toevallig in handen met daarin een beeldverhaal van Erik Kriek met als titel De buitenstaander. Inderdaad, het is een naar beelden vertaalde vertelling van H.P. Lovecraft met de titel The Outsider. Veertig jaar na mijn kennismaking bleek H.P. Lovecraft nog steeds te leven!
Drie jaar later was ik bij boekhandel Donner op zoek naar een boek wat ik niet vond. Ik snuffelde daarom maar wat rond in die grote winkel, wat op zich al de moeite waard is. Ineens stuitte ik er op Het onzienbare en andere verhalen, een prachtig boek met hard kaft met verhalen van H.P. Lovecraft die bewerkt en geïllustreerd zijn door dezelfde Erik Kriek. Met een voorwoord van Gerard Soeteman en bevattend een beknopte biografie over H.P. Lovecraft.
Ik was verrukt en kocht het meteen. Nog steeds geldt dat je sommige materiële zaken gewoon in je bezit moet hebben. Niet alleen voor de heb, maar ook omdat het ijkpunten zijn in je leven. H.P. Lovecraft is zo’n ijkpunt.
[30 oktober 2012]