|tekstenstek   |wielrennen   |muziek   |indisch   |stukjes   |contact
Dobol, dus niet lèk
Vervangen dan maar

Boek over petjoh

Sommige woorden klinken zo mooi dat de betekenis ervan er bijna niet meer toe doet. En zelfs al ken je de betekenis niet, toch kun je vaak aan de klank al de strekking van de woorden vermoeden. Of er veel van dergelijke woorden zijn, hangt af van de taal die je spreekt. Sommige talen lijken alleen maar uit mooie woordjes te bestaan. Dat merk je bijvoorbeeld als je de liedjes hoort. Hun woorden klinken soms zo muzikaal dat het helemaal niet meer uitmaakt waar ze over gaan: de taal is de muziek zelf.

Jammer genoeg gaat dit niet op voor het Nederlands, tenzij het gesproken wordt door iemand met een nadrukkelijk accent. Het algemeen beschaafd Nederlands is eigenlijk maar een kille taal die alleen een beetje warmte krijgt door de enkele taalgebruiker die over een rollende r, een zachte g of een ploffende bilabiaal beschikt. Het Maleis daarentegen is warm en muzikaal en kent wel prachtige klanken en zo kom ik weer bij mijn moeder uit.

Mijn moeder heeft een nieuw matras. Of ‘had’ kan ik beter zeggen want ze slaapt weer op het oude, maar daarover straks meer. Het nieuwe matras is strak en stevig maar wel een centimeter hoger dan het oude.

Eens in de tien jaar moet je een matras vervangen zeggen ze en het zijn vooral de matrassenverkopers die deze leer verkondigen. Vroeger beweerde men dat nog niet, want de mensen hadden toch geen geld om een nieuw matras te kopen, dat wisten die verkopers ook wel. Waarom het oude wegdoen? Niet alleen geldgebrek ligt aan deze houding ten grondslag, maar ook - zoals bij mijn moeder het geval is - de ervaring van het Jappenkamp. Bezit was daar een onvoorstelbaar woord, slapen op een matras een ongekende luxe. Had je er een, dan koesterde je het en beschermde je het met je hele hebben en houden. Met bijna niets dus.

Zeventig jaar na de oorlog beseft mijn moeder dat haar matras aan vervanging toe is. Want, en nu komt het, het was al dobol. Dat zei ze: dobol! Prachtig woord. Dat had ik een eeuwigheid niet gehoord. Ik kende het van vroeger, van Indische vriendjes. Binnenbanden raakten dobol, je band was dan zacht maar net niet lek. Of juist wel lek maar op een andere manier: poreus. Dat woordje  ‘lek’  klinkt ook al lekker in het petjoh, dus wanneer een Indo het uitspreekt. Stel je eens voor dat je band leeg is. Een handige Indo inspecteert de binnenband, wijst op een gat en zegt: ‘lllèk’ (dus met net zoveel ellen als ik hier schrijf). Hij zegt niet: ‘je band is lek.’ Nee, hij wijst met zijn vinger naar de kapotte plek, kijkt triomfantelijk op (want hij heeft immers de oorzaak van de misère gevonden) en zegt ‘lllèk.' Als je band meerdere gaatjes had, dus min of meer geperforeerd was omdat ie zijn beste tijd heeft gehad, dan was hij niet lek maar dobol, poreus als een oude, verwaarloosde rivierdijk. Dobol, daar valt niet tegenaan te plakken, die binnenband moet worden vervangen.

Maar dat woordje dus, daar gaat het mij om. Dat klinkt zo lekker en net zo onnozel als bijvoorbeeld tollol. Maar dobol ploft beter.

Goed, dat matras van mijn moeder was dus dobol en aan vervanging toe. Maar toch slaapt ze er weer op. Dat heeft te maken met die centimeter hoogteverschil. Als je op leeftijd bent en slecht ter been, als je een zware strijd tegen verschrikkelijke ziektes hebt overwonnen waardoor je lichaam aangetast is, als je spieren het niet meer zo goed doen en je bewegingen eeuwigdurend lijken, dan is zo’n centimeter hoogteverschil onoverkomelijk. Mijn moeder geraakte er gewoon niet op zonder om te vallen.

Zij slaapt nu weer op haar matras dat dobol is en ik denk dan: beter dat matras dobol dan mijn moeder. Een matras kun je eenvoudig vervangen. Maar je eigen moeder niet.

[7 december 2012]

Tekstenstek
tekstbureau voor tekst en webstek