Deze foto staat op de website van Rotary Heerhugowaard/Langedijk en is dus publiekelijk toegankelijk. Ik verwijs er slechts naar en heb de foto niet gekopieerd.
Onlangs moest ik onze auto wegbrengen voor een grote beurt. Zo'n gebeurtenis grijpen wij vaak aan om het te combineren met de apk, dus de auto wordt voor die dag in de garage helemaal binnenstebuiten gekeerd. Het is zo'n beetje de enige dag van het jaar dat het voertuig zoveel aandacht krijgt. Maar dat is niet de reden dat ik de wagen voor het wegbrengen naar de garage een grondige wasbeurt gaf. Dat heeft een andere achtergrond.
Zo'n tien jaar geleden bracht ik de auto een keer naar de garage voor een gecombineerde beurt. Aan het eind van de dag kon ik hem na betaling van een altijd weer verrassend bedrag ophalen. Hij was goedgekeurd, dat was ook de verwachting. Maar waar ik een beetje van schrok waren de bevindingen van de monteur. In het onderhoudsboekje was een rubriekje opgenomen waarin je opmerkingen over eventuele schade kwijt kon. Die rubriek was ook deze keer weliswaar ingevuld, maar niet met opmerkingen over krassen of deuken. Nee, er stond geschreven dat eventuele schade niet geconstateerd kon worden door het vuil op de auto. Het schaamrood kleurde mijn wangen toen ik dat las. Een vieze auto, nou en? dacht ik altijd. Maar een andere werkelijkheid diende zich nu aan.
Ik trok ineens de parallel met een huisarts die een likdoorn moet bekijken aan een ongewassen voet die zwart is van het smeer tussen de tenen en de vuiligheid onder de nagels. Jeg! Zoiets doe je een ander niet aan. Onze auto was inderdaad in lange tijd niet gewassen. De auto aan de buitenkant schoon houden vond ik ook niet zo belangrijk, dat gold overigens ook voor de binnenkant. Sterker, ik veroordeelde het als een stompzinnige bezigheid uitgevoerd door miezerige burgermannetjes.
Die houding van mij is waarschijnlijk ingegeven door de antiburgerlijke geest van de zestiger en zeventiger jaren. Alles wat burgerlijk was, scheen of leek werd toen verfoeid. Burgerlijk gedrag was fout, rechts en geestdodend in de belevingswereld van langharige jongeren. En een auto wassen op zaterdag was het toppunt van burgerlijkheid. Dat gold dus voor meneer Wever, die driehoog in ons portiek woonde, en elke zaterdag met in laarzen gestoken benen en twee emmertjes sop zijn Skoda reinigde. Dat gold ook voor meneer Overbeke van een portiek verder, die net zo bezig was met zijn pruttel-DKW en er bovendien nog bij floot. Hij had er plezier in, de stumperd. Mijn vader poetste ook met enige regelmaat zijn Opel. Mooi dat ik niet meehielp. Zonde van de tijd, dat was het.
Toen ik zelf een auto kreeg waste ik hem dus nauwelijks. Het nut ontging mij volledig en eigenlijk vond ik een vieze auto ook wel een beetje stoer. Het tij begon te keren toen onze kinderen, toen ze net konden lopen, bij het openen van de portieren weleens tegen de vieze deuren aanschuurden, zo onzeker als ze op hun beentjes stonden. Vieze jasjes kregen ze ervan. Bah. Mijn geloof begon te wankelen.
Niet veel later deed zich dus dat akkefietje met de garage voor. Het lukte mij toen ineens wel me te verplaatsen in de overall van een automonteur die de hele dag met zo'n vieze auto aan de haal moest. Dat leek me geen pretje. Het getuigt van minachting voor de hard- en handwerkende man, zo zou het uitgelegd kunnen worden. Dat was natuurlijk niet zo, in mijn geval, het was geen opzet. Maar ik zou niet graag willen dat men dat van mij dacht. Maar ook vond ik het zielig dat ik zo'n man in de smeurie liet werken. Ik begon mij enorm schuldig te voelen met terugwerkende kracht tot in de zeventiger jaren.
Ik zag die buurmannen ineens met andere ogen. Het bleken zorgzame mannen te zijn, zuinig op hun spullen en met respect voor de medemens. Ik had het allemaal fout gezien en ik schaam mij daar nu diep voor.
Ik bied dan ook excuses aan voor mijn domme denkbeelden, zeker aan die automonteur die de krassen op de lak niet kon ontdekken onder de laag van randstadvuil. Het spijt me meneer, oprecht, ik zal het nooit meer doen.
Ik moest mij onlangs nog haasten ook om die auto schoon te krijgen, want ik kon onverwacht snel bij de garage terecht. Maar die auto gaf ik niet eerder af dan dat ie glanzend schoon was. Uit respect voor alle automoneurs.
Sorry ook voor de pikante afbeelding bij dit stukje. Ik was op zoek naar een afbeelding op internet en kennelijk wordt het wassen van een auto in verband gebracht met pikante foto's van dames. Ik maak er toch maar even gebruik van want ik heb natuurlijk zelf geen foto’van het wassen van een auto. En geloof mij, ik heb niet de pikantste foto uitgekozen.
[8 november 2012]