|tekstenstek   |wielrennen   |muziek   |indisch   |stukjes   |contact
‘Onze’Van Bronckhorst
Van doellijn naar doellijn

Eigenlijk was ik niet van plan om over voetbal te gaan schrijven. Zeker niet nu er in Nederland een onbehandelbare oranjekoorts heerst. Want bijna alle Nederlanders staan als een oranje leeuw achter het Nederlands elftal. Zolang het elftal niet verliest.

Afgelopen maandag stond er een interessante wedstrijd op het programma. De eerste tegenstander in de poule was meteen al Italië, de regerend wereldkampioen! Daar wilde ik wel voor gaan zitten.

Omdat ik geen verstand heb van voetbal las ik enkele voorbeschouwingen van echte kenners. Het zwakke punt van het nationale team is de verdediging, leerde ik. Zelf dacht ik dat het, afgaande op de uitslagen, wel meeviel. Dat het vooral schort aan de productiviteit van de voorhoede. Maar ik zag slechts uitslagen, geen wedstrijden. Dus ik moet mijn mond houden.

Ik nam mij voor om tijdens Nederland – Italië de verdediging te observeren. Misschien kon ik met mijn lekenogen ontdekken wat er fout ging. Misschien kon ik mij daarmee scharen onder de vele kenners.

Ik kwam maandagavond bedrogen uit! De verdediging zag ik nauwelijks optreden, ik kwam er niet aan toe. In plaats daarvan zag ik alle Nederlandse spelers  bewegen in voortdurende aanvalsgolven. Alsof de Noordzee beukte op de Hollandse kust. Ik overdrijf, maar het initiatief lag wel bij Nederland.

Tegen Italië is dat niet ongebruikelijk. Dat land steunt van oudsher op de defensie om van daar uit met levensgevaarlijke uitvallen snel toe te slaan. Italianen hebben maar een klein kansje nodig om een doelpunt te maken. Terwijl Nederlanders altijd veel kansen creëren om ze vervolgens om zeep te helpen. Weinig effectief, die voorhoede. Leer toch gewoon schieten, dacht ik dan. Maar ik ben natuurlijk een leek.

In deze wedstrijd verliep alles anders. De mooiste kansen van de Italianen werden niet benut. Van de Sar is al een hele goede keeper, maar nu leek hij ook nog met een magneet de ballen naar zich toe te trekken. Of hij slaagde erin zijn armen net dat beslissende stukje groter te maken om de bal het doel uit te kunnen tikken. Als er al een doelkans voor Italië was.

Italië maakte geen enkel doelpunt. Dat zat mee. Wat ook meezat en volstrekt onbegrijpelijk is, is dat Nederland drie doelpunten maakten. Drie nul! Dat is historisch, daarom schrijf ik toch maar een stukje.

Het mooiste doelpunt was het tweede. Giovanni van Bronckhorst bereidde dat voor vanaf de eigen doellijn. Stond hij daar niet, dan had Italië gelijk gemaakt. Van Bronckhorst stond er wel. Deze speler met roots in de Gordel van Smaragd – nu is er bij mij even sprake van een wij-gevoel – stond daar aan het begin van een minuut die hem eeuwige roem zou brengen. Hij was de architect van het mooiste doelpunt van dit EK tot nu toe en daarna.

Hij trapte de bal niet als een angsthaas weg maar plaatste hem op Sneijder. Van Bronckhorst rende vervolgens  naar voren. In zijn spurt naar het doel speelde hij de inmiddels terugontvangen bal keurig op Kuijt die op dat moment een ding heel erg goed deed en dat was op de juiste plaats staan. Niet eerder heb ik een voetballer zo goed op de juiste plek zien arriveren. Dat zegt ook veel over de zuiverheid van de pass van Van Bronckhorst. Kuijt kopte de bal voor de voeten van Sneijder die de Italiaanse keeper passeerde met een strak schot. Goal. Hij zat! Een aanval die liep als een gesmeerde fietsketting.

Tweede doelpunt tegen Italië

Het gevaar bestaat natuurlijk dat er een gevoel van onverslaanbaarheid ontstaat. De oranjekoorts loopt al zo hoog op en de eigendunk is al vele malen groter dan het ego van de Franse president.

Vanavond vindt de tweede wedstrijd plaats. Frankrijk is de tegenstander. Misschien wordt die pot verloren. Dat zet ‘Oranje’ weer met beide benen op de grond en geeft de historische wedstrijd tegen Italië extra glans.

Laat die koorts maar snel zakken.



[13 juni 2008]

Tekstenstek
tekstbureau voor tekst en webstek