"Maar is jouw inlevingsvermogen wel zo groot?"
Esther Gerritsen is schrijfster. Vroeger schreef ze toneel, nu schrijft ze boeken en columns. Zo hoeft ze geen rekening te houden met een publiek, zegt ze, en kan ze onbekommerd schrijven. Haar stukjes ken ik door de vpro-gids. Deze columns zijn vaak expedities naar de denkprocessen die zich in het hoofd afspelen, waaronder het ontstaan van angsten en het bedwingen van neuroses. Ze gaan over wat ze denkt, hoe ze denkt en wat ze daarbij voelt. Ze beschrijft dat alles heel nauwkeurig, waardoor je zelf die gevoelens als vanzelfsprekend gaat ervaren. Angst, waanzin, het ongemak waarmee je mensen tegemoet treedt zet Esther overtuigend op papier.
Zondag was ze te gast bij Wim Brands in het tv-programma Boeken. Ze praatte daar zoals ze schrijft: gefocust. Haar ogen verraadden alertheid. Als een doelman die geconcentreerd in zijn doelgebied het spelverloop volgt. Af en toe viel ze stil, als ze niet direct een antwoord kon geven. Dan was er een aantal seconden niets te horen. Stiltes zijn boeiende momenten op tv! Een nadenkende Esther Gerritsen zonder enig geluid is fascinerend. De stiltes waren niet ongemakkelijk, het paste heel goed in het gesprek. Esther dacht dan na en Wim Brands wist op die momenten heel goed zijn mond te houden. Ook dat is een gave! Daarna praatte Esther weer verder en gaf ze zorgvuldig antwoord op de vraag die haar zojuist werd gesteld. Praten over angsten is voor haar veel intiemer dan erover schrijven, zei ze.
Wim Brands is voortdurend op zoek naar de juiste vraag. Hij is ook aan het focussen. Een juiste formulering opent deuren, maar een zwak moment wordt afgestraft. “Ik ga toch niet over mijn moeder praten”, hoor ik Esther ineens zeggen. Wim vroeg naar de bijzondere rol van de moeder in haar nieuwe roman Dorst en krijgt heel spits op zijn kop omdat hij het niet over de minstens zo bijzondere vader heeft. Wim raakt daardoor in de verdediging. “Jezus, dan moet ik me nog gaan schamen ook.” zegt hij quasi aangeslagen. “Maar is jouw inlevingsvermogen wel zo groot?” vraagt hij een moment later. Een stilte valt. Je voelt dat deze stilte wèl pijnlijk zou kunnen worden. De ogen van Esther tonen verbazing. De vraag klinkt hard en moet worden genuanceerd. Wim zoekt worstelend naar de nuancering. “Word je boos?” vraagt Esther dan. Wim zegt van niet.
Het is een prachtig hilarisch moment in een boeiend gesprek tussen twee intelligente mensen die hun gevoelens niet uit de weg gaan. Boos, Wim werd het toch even wel. Maar er bestaat een verschil tussen boos worden en boos zijn. Het zijn zulke nuances die het gesprek zo boeiend maakten.
http://boeken.vpro.nl/televisie/boeken/2012/11-november.html
[15 november 2012]