Acht jaren geleden achtte men het voor de eerste maal dienstig mij naar een gekkenhuis te brengen. Deze beginzin kan natuurlijk niet van mij zijn, want ik ben nooit in een gekkenhuis geweest, althans niet in de zin dat het voor de mensheid dienstig zou zijn. Als ik er was dan slechts op bezoek. Deze beginzin is van J.M.A. (Maarten) Biesheuvel, de veelgeprezen schrijver van korte verhalen, een man overigens die over nog veel meer verdiensten beschikt dan het schrijven van korte verhalen, want hij is ook een groot dierenvriend, intelligent mens, 'onbeschaamd liederenzanger' en vooral aimabel mens. Nee, het is de eerste zin van het eerste verhaal De heer Mellenberg uit zijn debuutbundel In de bovenkooi (1972), een ultrabeginzin dus in het werk van Biesheuvel net als Adam en Eva samen het allereerste begin van de mensen op aarde zijn.
Ik heb het boek stuk gelezen. Het is een verhaal waarnaar ik vaak terugkeer omdat het mij op troostende wijze het leven doet begrijpen. Net zoals ik telkens terugval op de vierde symfonie van Tjaikovsky als ik een somber gemoed moet bestrijden. Velen horen liever vogeltjes fluiten, maar vogelgezang maakt slechts gelukkig. Troost en geluk, dat zijn niet dezelfde dingen.
Het verhaal De heer Mellenberg gaat over de heer Mellenberg in het gekkenhuis waar Maarten Biesheuvel ook enkele keren te gast is geweest. Bij Maarten zit namelijk een steekje los sinds hij op 26-jarige leeftijd in een geloofscrisis verzeild raakte. Meneer Mellenberg en Maarten Biesheuvel vormen samen een onnavolgbaar koppel vol synergie, waaraan het personeel bij tijd en wijle de handen vol heeft.
Het verhaal vind ik niet alleen mooi en troostrijk maar ook muren slechtend. Tussen de normale mensen en de gekken staan namelijk de muren van een psychiatrische inrichting die bedoeld zijn om de gekken te beschermen tegen de buitenwereld, wat de officiële lezing is, maar eigenlijk – en dat durft niemand te zeggen – om de mensen in die buitenwereld te beschermen tegen de vermeende overlast die deze zotten en dwazen kunnen veroorzaken. De plaats van de muren van zo'n gekkenhuis is echter volstrekt willekeurig, hoewel ze natuurlijk nauwgezet voldoen aan de duidelijkheid van een bestektekening. Maar ik bedoel te zeggen dat wat binnen- en buitenkant is op zijn minst arbitrair is. En eigenlijk zijn die muren helemaal niet nodig, want tussen waanzin en niet-gekte loopt helemaal geen scheidslijn of het moet een hele brede zijn, net zo breed als de wereld.
Maarten Biesheuvel dreigde een beetje in de vergetelheid te raken, maar Adriaan van Dis stak daar een stokje voor toen hij in het kader van de Boekenweek 2013 eenmalig het vlotte, luchtige maar ook weer snel vervliegende televisieprogramma De Wereld Draait Door mocht presenteren. Hij nodigde prompt Maarten Biesheuvel uit en Maarten was gelukkig in staat om onder de hoede van Eva en met een psychotherapeut op de achtergrond de studio te bezoeken.
Het werd een onvergetelijk stukje televisie waarmee maar weer eens goed werd aangetoond dat het helemaal niet nodig is om voortdurend leuk en vlot te willen zijn of emoties te willen vertonen om boeiende televisie te kunnen maken. Eigenlijk bevatten die twaalf minuten met Maarten Biesheuvel al die ingredienten wel, maar onbedoeld. Zoals het hoort. Kijk zelf maar: dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/216414
[26 maart 2013]